Loop eens een boekenwinkel in. Het maakt niet uit welke. De oplettende shopper zal een patroon ontdekken. De tafel met aanbiedingen aan het begin van de winkel lijkt de potentiële koper te roepen om vooral te starten met hobbies die bijdragen aan een gelukkig leven.
Kleuren, schrijven, dagboeken bijhouden vol met sierlijke letters worden vergezeld door ludieke versies waarbij de eigenaar wordt uitgedaagd het dagboek zo veel mogelijk te beschadigen als ultieme test in het leven.
De klant wordt niet veel verder getrakteerd op allerlei wenskaarten met ‘de quotes’. Opbeurende teksten voor eigen gebruik of om een ander vooral te wijzen op de positieve kanten van het leven. Van ‘Keep calm and…” tot “Ik vind je leuk, mag ik jou houden” het staat er allemaal bij. Vernuftig taalkundige kunstwerkjes sporen ons aan om vooral gelukkig te worden.
Wie nog niet genoeg inspiratie heeft opgedaan, kan bij het boekenvak psychologie of mens en maatschappij zijn hart ophalen. De zelf-hulpboeken voor het vinden van geluk, verbeteren van wat er ook maar mis kan zijn in een mensenleven buitelen over elkaar heen op de overvolle boekenplanken.
Dan zijn er nog de miniatuur magneetjes of de beschermengeltjes die voor een verhoging van geluk en bescherming mogen zorgen. Geluk lijkt te verkopen. Het is big business.
Hebben we dat allemaal nodig dan? Zijn we zo ongelukkig? Als we de wetenschappers die onderzoek deden naar het geluk in de wereld mogen geloven, doe we het nog niet zo slecht in Nederland. We staan op de vijfde plek. Niet slecht voor een klein landje.
De Denen lopen voorop. ‘Vakbladen’ over geluk (Happinez en Flow) raken er niet over uitgeschreven. Hoe doen die Denen dat? Het woord hygge (spreek uit als hoe-guh’) valt op, wat lijkt op het Nederlandse woord gezellig. De Denen maken het gewoon gezellig. Kan het zo simpel zijn, lieve mensen? Net als een kopje instant koffie, je gooit wat gezelligheid in een bakje en voegt heet water toe en hupsake, instant geluk?
En de Zweden? Die komen om de hoek zetten met de term lagom. Kort door de bocht gezegd betekent het: Niet te weinig, niet te veel, maar precies genoeg. Uitsloverij is niet nodig, loop maar op een comfortabel tempo, gun elkaar de ruimte en maak je niet zo druk.
Gelukkig zijn is eigenlijk vrij eenvoudig.